[ad_1]
Auteur: Claeys & Engels
In het kader van (onder)aanneming worden bepaalde werkzaamheden fysiek niet uitgevoerd door de eigen werknemers, maar door de (werknemers van de) onderaannemer. De wetgever heeft door het invoeren van een aantal aansprakelijkheidsmechanismen willen vermijden dat bij de uitbesteding van werkzaamheden ook het risico op de tewerkstelling van illegale derdelanders eenvoudig en volledig zou worden ge-externaliseerd. De Vlaamse Regering heeft deze bepalingen inzake aansprakelijkheid verder aangescherpt naar aanleiding van enkele recente dossiers.
De strafbaarheidsstelling bij (onder)aanneming verschilt van situatie tot situatie in functie van de betrokken economische factoren en de aan- of afwezigheid van een keten van onderaannemers. Kort samengevat moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de aansprakelijkheid van de (intermediaire) aannemer en de aansprakelijkheid van de hoofdaannemer of intermediaire aannemer in het kader van onderaanneming.
Aansprakelijkheid (intermediaire) aannemer voor rechtstreekse onderaannemer
Onder de huidige regelgeving kan een (intermediaire) aannemer zich beschermen tegen aansprakelijkheid voor tewerkstelling van illegale derdelanders door een gepaste zorgvuldigheid aan de dag te leggen, d.w.z. door de onderaannemer schriftelijk te laten verklaren dat hij geen illegale derdelanders tewerkstelt of zal tewerkstellen. Deze bescherming vervalt echter indien de (intermediaire) aannemer voorafgaand aan de inbreuk op de hoogte was dat de onderaannemer illegale derdelanders tewerkstelt (door middel van een kennisgeving door de sociale inspectie).
Deze zorgvuldigheidsplicht zal onder de nieuwe regelgeving worden uitgebreid. Naast de schriftelijke verklaring waarin de rechtstreekse onderaannemer bevestigt dat hij geen illegale derdelanders (werknemers of zelfstandigen) tewerkstelt of zal tewerkstellen, moet de (intermediaire) aannemer bij de aanstelling van een rechtstreekse onderaannemer de gepaste zorgvuldigheid aan de dag leggen om te voorkomen dat deze illegale derdelanders tewerkstelt. Om te voldoen aan deze zorgvuldigheidsplicht, moeten de volgende documenten worden opgevraagd bij de rechtstreekse onderaannemer:
identificatie- en contactgegevens van de rechtstreekse onderaannemer;
persoonlijke gegevens, gegevens over de verblijfsrechtelijke situatie en de gegevens over de tewerkstelling van de buitenlandse werknemers en zelfstandigen tewerkgesteld bij de rechtstreekse onderaannemer. De Vlaamse Regering zal nog een guidelines opstellen welke concrete gegevens moeten worden aangebracht en welke modaliteiten er van toepassing zullen zijn. In de voorbereidende werken wordt onder meer gesproken van geldige verblijfsvergunningen, arbeids- of beroepskaarten en Limosa-meldingen. Deze bepaling zal bijgevolg pas op een nog door de Vlaamse Regering huge te stellen datum in werking treden.
Indien blijkt dat deze gegevens inzake de tewerkstelling van buitenlandse werknemers of zelfstandigen niet aanwezig zijn bij de onderaannemer, dan moet de (intermediaire) aannemer verzoeken om deze alsnog in orde te brengen. Indien de onderaannemer niet ingaat op dit verzoek, dan moet de sociale inspectie worden ingelicht.
Ook de nieuwe regelgeving vermeldt dat deze bescherming vervalt indien de (intermediaire) aannemer voorafgaand aan de inbreuk op de hoogte was dat de onderaannemer illegale derdelanders tewerkstelt. De sociale inspectie kan dit bewijzen met alle mogelijke bewijsmiddelen. Dit betreft een verduidelijking ten opzichte van de oude wetgeving om te benadrukken dat de (intermediaire) aannemer niet enkel door middel van een kennisgeving door de sociale inspectie op de hoogte kan worden gesteld, maar ook door andere bewijsmiddelen.
Aansprakelijkheid hoofdaannemer of intermediaire aannemer in het kader van onderaanneming
Onder de huidige regelgeving kan een hoofdaannemer of intermediaire aannemer in het kader van onderaanneming (ketenaansprakelijkheid) enkel aansprakelijk worden gesteld indien hij voorafgaand aan de inbreuk op de hoogte was, bijvoorbeeld na een kennisgeving door de sociale inspectie, dat de (onder)aannemer illegale derdelanders tewerkstelt.
De nieuwe regelgeving voorziet eveneens de verduidelijking dat het bewijs van voorafgaande kennisname met alle mogelijke bewijsmiddelen kan worden aangetoond door de sociale inspectie.
Sanctie
Ingeval van een inbreuk op deze bepalingen geldt een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar (voor rechtspersonen een geldboete van 24.000 tot 576.000 EUR) en/of een strafrechtelijke geldboete van 4.800 tot 48.000 EUR of een administratieve geldboete van 1.800 tot 18.000 EUR (te vermenigvuldigen met het aantal betrokken werknemers met een most van 100).
Actiepunt
In de toekomst zullen (intermediaire) aannemers bijkomende gegevens en documenten in verband met de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en zelfstandigen moeten opvragen van hun rechtstreekse onderaannemer. Over welke gegevens en documenten het gaat en wanneer deze verplichting in werking treedt, moet nog worden bepaald door de Vlaamse Regering.
Bron: Claeys & Engels
[ad_2]
Source link