[ad_1]
Auteur: Sofie Logie (Publius)
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft op 22 februari 2024 het nieuw Strafwetboek goedgekeurd.
Het (huidige) artikel 314 van het Strafwetboek, dat bij overheidsopdrachten voornamelijk in het kader van prijsafspraken wordt toegepast, wordt vervangen door artikel 540.
Het huidige artikel 314 van het Strafwetboek luidt :
“Zij die bij toewijzingen van de eigendom, van het vruchtgebruik of van de huur van roerende of onroerende zaken, van een aanneming, van een levering, van een bedrijf of van enige dienst, de vrijheid van opbod of van inschrijving door geweld of bedreiging of door schenkingen of beloften of door gelijk welk ander frauduleus middel belemmeren of storen, worden gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot drieduizend euro.
Zij zijn vrijgesteld van straffen indien zij, voor elke vervolging, alle informatie waarover zij beschikken met betrekking tot de omstandigheden en de daders van deze inbreuken ter kennis brengen aan het openbaar ministerie en indien zij hiervoor een verzoek tot immuniteit van vervolging hebben ingediend bij de Belgische Mededingingsautoriteit overeenkomstig artikel IV.54/4 van het Wetboek van economisch recht met betrekking tot dezelfde feiten.
In geval van toepassing van het tweede lid, stelt het openbaar ministerie de Belgische Mededingingsautoriteit onverwijld in kennis van de zaak en verzekert zij de nodige contacten met de Belgische mededingingsautoriteit.”
Het nieuwe artikel 540 ‘Belemmering of verstoring van de vrijheid van opbod of van inschrijving’ leest als volgt:
“Belemmering of verstoring van de vrijheid van opbod of van inschrijving is het bedrieglijk of met het oogmerk om te schaden artificieel beperken van de oproep tot mededinging of het vertekenen van de normale mededingingsvoorwaarden, door middel van geweld, bedreiging of gelijk welk ander bedrieglijk middel, bij het toewijzen van rechten op roerende of onroerende goederen, een aanneming, een levering, een uitbating of enige dienst, dan wel bij de plaatsing van een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst.
Dit misdrijf wordt bestraft met een straf van niveau 2.
Worden vrijgesteld van straffen zij die, voor elke vervolging, alle informatie waarover zij beschikken met betrekking tot de omstandigheden en de daders van deze inbreuken ter kennis brengen aan het openbaar ministerie en indien zij hiervoor een verzoek tot immuniteit van vervolging hebben ingediend bij de Belgische Mededingingsautoriteit overeenkomstig artikel IV.54/4 van het Wetboek van economisch recht met betrekking tot dezelfde feiten.
In geval van toepassing van het derde lid, stelt het openbaar ministerie de Belgische Mededingingsautoriteit onverwijld in kennis van de zaak en verzekert zij de nodige contacten met de Belgische mededingingsautoriteit.”
Wat verandert er concreet ?
Het nieuwe artikel expliciteert dat de strafbaarstelling niet enkel betrekking heeft op de verstoring van de vrijheid van opbod en inschrijving in het algemeen maar ook meer specifiek op elke bedrieglijke handeling met als doel de normale mededingingsvoorwaarden te vervalsen. De belemmering of verstoring van de vrijheid van opbod of inschrijving bestaat er immers ook in de gelijke behandeling tussen inschrijvers te verbreken en de loyale mededinging te belemmeren.
De toevoeging van de ‘plaatsing van een overheidsopdracht’ verwijst naar de definitie uit artikel 2,37° van de Overheidsopdrachtenwet, en is dus ruimer dan het begrip ‘toewijzing’. Het omvat dus de voorafgaande marktconsultatie, de bekendmaking, de selectie, de gunning en de sluiting van de opdracht.
‘Plaatsing van een overheidsopdracht’ duidt er eveneens op dat de gekozen plaatsingsprocedure niet langer related is voor de toepassing van het Strafwetboek. Het Hof van Cassatie was in een arrest van 9 maart 2016 immers van oordeel dat artikel 314 SW enkel van toepassing was bij een overheidsopdracht gegund ‘op een openbare oproep tot mededinging’, en dus niet op de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Het begrip ‘overheidsopdracht’ verwijst naar het gehele toepassingsgebied van de overheidsopdrachtenreglementering, zowel personeel als materieel.
Daarnaast wordt het toepassingsgebied uitgebreid tot concessieovereenkomsten.
Bron: Publius
[ad_2]
Source link