[ad_1]
Auteur: Claeys & Engels
Inkomsten uit auteursrechten genieten een bijzonder gunstige fiscale behandeling. Tot een bepaald plafond worden deze belast tegen een afzonderlijk tarief van 15%. In de praktijk wordt dit systeem gebruikt als een aantrekkelijke vorm van beloning voor veel werknemers.
Voortaan worden auteursrechten die aan werknemers worden toegekend niet langer beschouwd als “loon” voor de toepassing van sociale zekerheidsbijdragen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
Om evenwel te kunnen genieten van deze vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen, moeten werkgevers een aangifte/regularisatie doen voor het einde van het jaar!
Om welke vergoedingen gaat het?
De vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen is van toepassing op de vergoedingen die een werkgever betaalt voor de overdracht van auteursrechten door zijn werknemer die onder de fiscale wetgeving vallen.
Het moet dus gaan om auteursrechten, naburige rechten of wettelijke licenties met betrekking tot originele werken van letterkunde of kunst zoals bedoeld in artikel XI.165 van het Wetboek Economisch Recht (WER) (opgenomen in titel 5 WER) of prestaties van uitvoerende kunstenaars zoals bedoeld in artikel XI.205 WER (ook opgenomen in titel 5 WER), met dien verstande dat deze rechten moeten worden overgedragen met het oog op de exploitatie of het daadwerkelijke gebruik ervan.
Daarnaast moet de werknemer in het bezit zijn van een kunstwerkattest of vergoed worden voor de overdracht of het in licentie geven van deze rechten aan een derde met het oog op de mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie.
Vrijstellingsplafond
Wanneer aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, is de vergoeding voor auteursrechten die werknemers ontvangen vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen op voorwaarde dat:
de vergoeding voor auteursrechten niet meer bedraagt dan 30% van de som van het aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen loon en de vergoeding voor auteursrechten; en
de vergoeding voor auteursrechten en de bezoldigingen marktconform worden bepaald; en
het bedrag van de auteursrechtelijke vergoeding wordt vermeld in de trimestriële DmfA-aangifte onder een specifieke code (looncode 47).
Verbod op loonconversie
De bovengenoemde vrijstelling is niet van toepassing indien de auteursrechten worden toegekend in ruil of ter vervanging van een bezoldiging of andere voordelen.
Het is echter mogelijk om onder bepaalde zeer specifieke voorwaarden van dit verbod af te wijken.
Auteursrechten die de werkgever voor de betrokken werknemer voor fiscale doeleinden heeft aangegeven als inkomsten uit roerende goederen voor de inkomstenjaren 2022, 2021, 2020, 2019 of 2018, kunnen vanaf 2023 worden vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen, zelfs als deze auteursrechten tot nu toe werden gekwalificeerd als loon, onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen. Daartoe zal de werkgever evenwel het te converteren bedrag moeten aangeven aan de RSZ voor het einde van 2023.
Daarentegen moeten werkgevers die in het verleden hebben nagelaten om auteursrechtelijke vergoedingen aan te geven bij de RSZ (en die dus geen sociale bijdragen hebben betaald op deze vergoeding) hun situatie regulariseren bij de RSZ vóór 31 december 2023 als ze willen genieten van de uitzondering op het loonconversieverbod. In voorkomend geval zullen de bedragen die voor eind 2023 worden geregulariseerd geen aanleiding geven tot de betaling van sociale zekerheidsbijdragen, verhogingen, forfaitaire vergoedingen of interesten aan de RSZ.
Actiepunt
Werkgevers die auteursrechtelijke vergoedingen aan hun werknemers toekennen en deze willen vrijstellen van sociale zekerheidsbijdragen, moeten de nodige advert hoc aangiften indienen bij de RSZ voor het einde van dit jaar.
Bron: Claeys & Engels
[ad_2]
Source link