[ad_1]
Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)
In de Circulaire zijn volgende objects interessant wat specifiek werknemers betreft:
Hoe de aftrekbeperking toepassen op een forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen die een werkgever toekent aan een werknemer voor het gebruik van zijn eigen plug-in hybride, aangekocht van 01.01.2023 tot 31.12.2025?
Voor oplaadbare of plug-in hybride voertuigen (hybrides waarvan de elektrische batterij door middel van een externe stroomvoorziening wordt opgeladen) die zijn aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 01.01.2023 worden de benzine- of dieselkosten beperkt volgens de gewone aftrekbeperking (zie FAQ 6), maar met een absolute bovengrens van 50 %.
De overige autokosten, met inbegrip van de elektriciteitskosten, blijven daarentegen onderworpen aan de gewone aftrekbeperking.
Wanneer een werkgever aan een werknemer een forfaitaire kilometervergoeding toekent voor dienstverplaatsingen afgelegd met de eigen wagen van de werknemer (kosten eigen aan de werkgever), en die wagen een plug-in hybride is die de werknemer heeft aangekocht in de periode van 01.01.2023 tot 31.12.2025, magazine worden geacht dat de forfaitaire kilometervergoeding betrekking heeft op:
benzine- of dieselkosten: voor 30 %
overige kosten (met inbegrip van elektriciteitskosten): voor 70 %.
Wat met het beroepskostenforfait van 0,15 euro per kilometer voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling?
De aftrekbaarheid van de forfaitaire kosten van 0,15 euro per kilometer voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling zal vanaf 2026 alleen behouden blijven voor voertuigen zonder CO2-uitstoot.
Die aftrek zal ook van toepassing blijven voor voertuigen met uitstoot die vallen onder een van de overgangsregelingen die de aftrek als beroepskosten gedeeltelijk behouden. Het gaat hier om voertuigen aangekocht, geleased of gehuurd vóór 01.07.2023 (alsook die aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 01.07.2023 tot 31.12.2025 zolang de kostenaftrek erop van toepassing is, dat wil zeggen tot en met aj 2028).
Wat als ik een voertuig ter beschikking stel van een derde die het voor privédoeleinden gebruikt?
De aftrekbaarheid van de kosten van een voertuig dat ter beschikking wordt gesteld voor het persoonlijk gebruik door een derde vallen onder de aftrekbeperking, met uitzondering van het bedrag dat overeenstemt met het belastbaar voordeel van alle aard dat er voor die derde uit voortvloeit en de eigen bijdrage van diezelfde derde. Die bedragen mogen immers in mindering worden gebracht van de bovenbedoelde kosten waarvan de aftrek moet worden beperkt.
Voorbeeld:
Een werkgever stelt een voertuig ter beschikking van zijn werknemer die het zowel voor professionele als voor privédoeleinden gebruikt. Zijn boekjaren komen overeen met kalenderjaren.
Het voertuig is door de werkgever verkregen in 2017.
De uitstootwaarde van het voertuig is 150 g/km CO2.
Voor het inkomstenjaar 2022 bedragen de kosten met betrekking tot dat voertuig 3.000 euro.
Voor diezelfde periode bedraagt het voordeel van alle aard dat uit die terbeschikkingstelling voortvloeit, 2.500 euro.
De werknemer komt in 2022 echter voor 500 euro tussen voor het privégebruik van datzelfde voertuig, waardoor het belastbaar voordeel van alle aard nog 2.000 euro bedraagt.
De beroepskosten met betrekking tot het voertuig die bij de werkgever tot 75 % moeten worden beperkt, bedragen 500 euro (3.000 – 2.500).
Lees hier de Circulaire 2023/C/99 met FAQ over de fiscale vergroening van de mobiliteit op het vlak van de autofiscaliteit
[ad_2]
Source link